Op een dag zal ik het weten. Wat ik wél wil doen. Wat ik zal aanvangen met de diploma's die ik aan het behalen ben. Met alle talen die ik (nog) wil leren.
Die dag zal ik wakker worden en ik zal niet denken dat de rest van mijn leven begonnen is, want elke dag is het begin van wat er nog rest. Een nieuw begin, telkens weer.
Op een dag zal ik niet langer jaloers zijn op diegenen die schijnbaar hun bestemming en hun plaats al hebben gevonden, want ik zal mezelf overstijgen.
Die dag komt dichter, ik voel het, want ik breek uit. Elke dag zet ik een stapje voorwaarts en ben ik een heel klein beetje zekerder. Tot op de dag dat ik zal kunnen wegvliegen. Mijn vlucht zal geen voorbeeld van perfecte elegantie zijn, want perfectie beheers ik niet. Maar met de wijsheid die ik onderweg zal winnen, zal mijn vlucht in al zijn imperfectie perfect zijn.
Tot zolang zal ik spelen met de woorden die mij gegeven zijn.
Tot zolang zal ik dromen. Over wat ik wil bereiken, wie ik zal ontmoeten.
Want dromen mag. En hoop doet leven.
[.: all the while i was dreaming of revelry :.]